Verslagen Paardje B – Avondcompetitie NBSB A2 – ronde 6
Ronde 6 (door Jasper Willemsen)
OVERZICHT DINSDAG RAPPORTAGE 11-03-2025
‘t Paardje B - DSC Dongen B 3.5 - 0.5
Beter laat dan nooit!
Vier weken geleden vond de zesde ronde in de avondcompetitie plaats bij het Trefpunt te Made. De teams waren gedeelde koplopers van de klasse, en beide teams snakten dan ook naar die laatste paar puntjes om de competitie veilig te stellen. Met nog één ronde te gaan naderhand leek het alsof de winnaar een bijna onoverkoombare voorsprong op zou bouwen.
“Twee weken geleden?”, hoor ik u zeggen. Jazeker, twee weken. Wat vliegt de tijd. Oeps.
De heren van DSC Dongen waren akkoord gegaan om de wedstrijd een week eerder te spelen dan gepland. De wens om de wedstrijd te verplaatsen kwam vanuit ons– onze ‘vier musketiers’ wilden geen vast teamlid missen in wat zeker een moeilijke strijd ging worden. En dat is het zeker ook geworden. De score even daargelaten, elk van de partijtjes had zeker zijn eigen karakter, waarbij onze Paardjes uiteindelijk de overhand kregen.
We beginnen bij het begin. Of nou ja, eigenlijk hangt dat er een beetje vanaf hoe je ernaar kijkt. Want de tegenstander had de speler met het hoogste ELO op bord 4 gezet…

Bord 4
Kay Jansen (W) vs. Peter Stokkermans (Z) 0.5 - 0.5
Kay heeft zich de afgelopen tijd ontzettend goed ontwikkeld als speler. Van de tacticus van vorig jaar, naar een speler die ook het inzicht heeft om het bord op de langere termijn naar de hand te zetten. Kay zegt zelf over zijn partij:
“Ik had wit en opende met mijn favoriete zet, e4. Het ontwikkelde zich uiteindelijk naar een Schots gambiet, ik hoopte dat mijn tegenstander geen 4. …d6 zou spelen omdat ik die variatie niet zo goed kende maar uiteindelijk speelde hij dat toch…”
Zodoende waren de beide spelers al snel uit hun theorie. Volgens het artikel van de tegenstander werden het eerste volle uur pas 8 (!) zetten gespeeld. Toch is de computer het met de heren eens– dat mag extra benoemd worden, gezien het zeker niet makkelijk is om de openingstheorie ter plekke te bedenken. Kay gaat verder:
“Het was duidelijk dat ik een klein beetje achter liep en de verdediging in moest. Peter activeerde zijn toren op een mooie manier en dus dwong ik hem om torens af te ruilen.”
Geen chaos op het bord, maar een kalme beslissing om de partij naar een rustig einde te leiden. De juiste beslissing ook, gezien er op dit punt al twee bordpunten behaald waren via bord 3 en 1. Maar wat is daar dan gebeurd?
Bord 3
Piet Noij (W) vs. Martijn Dekkers (Z) 0 - 1
ig. 1 – Martijn vóór de partij.
De partij van Martijn verliep eigenlijk zoals veel van zijn partijen verlopen. Het begon rustig, theoretisch, alles liep zijn gangetje en er werd een klein voordeel opgebouwd. De centrumpion werd iets te ver naar voren geduwd, en zwart kreeg hier permanente druk op via de loper op b7 en een solide pionnenstructuur. Alles gaat voorspoedig…
... "Ik bied remise aan.”
Het duurde even voordat het muntje was gevallen. De tegenstander had remise aangeboden, zo rond zet 20 al. Dat kon maar één ding betekenen. Er zat iets in de positie, en Martijn had het gelijk al gezien– Piet had zijn paard laten hangen.
Het aanbod werd, na kort overleg met de teamleider (ondergetekende), snel verworpen, en de dame sloeg genadeloos toe. Zonder het paard stortte de positie al snel in, en een kleine tien zetten later kwam de overwinning.
Bord 2
Jasper Willemsen (W) vs. Ruud Goverde (Z) 1 - 0
Het is wel bekend dat een schaakpartij best een tijdje kan duren. Zeker als de spelers enigszins aan elkaar gewaagd zijn. Maar dat een partij zo’n 90 zetten duurt, waarbij de uitslag al die tijd in de balans hangt, dat gebeurt alsnog zelden.
Een Engelse partij met een vroege …d5 van zwart, waarbij wit een sterk centrum weet op te bouwen en zwart dat vanaf een afstandje probeert te ondermijnen. Een lastige variant voor beide kanten– van de kant van wit, wegens het aantal velden dat zwart onder controle heeft ver in het territorium van zijn tegenstander… en van de kant van zwart, wegens het ruimtegebrek voor de ontwikkeling van de stukken.
Zo leek de partij zich ook al snel te ontknopen. Een aanval van wit op b en c, terwijl men constant de zwarte loper en het paard onder controle probeert te houden. En dat lukte– ondanks gelijk materiaal leken de stukken steeds een vakje verder op te schuiven, totdat uiteindelijk het paard gegeven moest worden om de pionnen tegen te houden.
Ruud verdedigde zich als een leeuw, maar moest uiteindelijk ook het onderspit delven. Desalniettemin, waarschijnlijk de langste partij van mijn schaakcarrière en niet één die ik snel ga vergeten.
Bord 1
Pim Kersbergen (W) vs. Marc Govers (Z) 0 - 1
En dan bord 1. Het is de lezer misschien wel bekend dat Marc een ontzettend sterk gevoel heeft voor de onbalans in de positie. Zo kunnen de toeschouwers er weleens van schrikken wanneer Marc, bijvoorbeeld, zijn dame opgeeft in een redelijk open positie. En toch blijkt hij daar erg vaak gelijk in te hebben. De partij begon als een (zelfs voor Caro-Kann specialist Marc) onbekende variant, die zich wegens rustig spel al snel ontwikkelde naar een redelijk gelijke positie. Marc geeft aan:
“Er kwam een moment dat er een belangrijk besluit moest worden genomen door zwart: Ik zag dat nadat Pim zijn d-pion opspeelde naar d5, ik deze pion kon winnen, maar wel tegen een hoge prijs… Pim kon dan schaak op f6 spelen met zijn opgerukte paard. Dan zou ik dit paard met mijn dame moeten slaan waarna ik deze zou verliezen, maar er ook een toren voor terug kreeg.”
Een toren en een paard voor de dame in een open positie. De theorie leert ons dat het geen aantrekkelijke ruil zou moeten zijn, maar Marc’s inzicht ging iets verder dan dat: het paard van de tegenstander kwam namelijk ook, met het oprukken van de eigen pionnen, flink in de problemen. Marc gaat verder:
“In het middenspel dacht Pim zijn dame te activeren op de c-lijn en samen met zijn naar de 7e rij opgerukte toren het veld f7 aan te vallen. Maar ik kon blokkeren door mijn paard op te spelen naar d5. Daardoor stond zijn toren op e7 aangevallen en omdat Pim ook zijn koning naar f1 had gespeeld, dreigde er een vork met schaak op e3. Kortom, Pim moest zijn toren voor het paard geven en daarna was de materiaal verhouding zo dat Marc 2 torens en een pion had tegen Pim's dame.”
Ah, dat klinkt al een hoop beter. Desalniettemin, dat doet men Marc niet gauw na. De tegenstander bleef natuurlijk flink tegen stribbelen, en er waren zeker ook nog momenten waar Marc de fout in had kunnen gaan– maar onze veteraan gebruikte zijn tijd goed, en de partij eindigde dan ook in zijn voordeel.
Marc is ongeslagen dit seizoen: drie overwinningen en twee remises. Dat men slechter zou gaan schaken met de leeftijd, dat blijkt dan ook weer een mythe te zijn.